Deze dag start goed, het is droog. Na het wederom karige ontbijt rijden we eerst naar een tankstation om de BMW's weer vol de nodige octaan houdende benzine te tanken. Omdat ik in Beaune in het verleden vaker overnacht heb op de terugweg van Spanje weet ik waar we kunnen tanken. We gaan op pad in richting noord-oosten. Ik verheug mij al op de Vogezen, ik denk dat dit één van de mooiere gebieden is om te rijden. Mooier nog dan het Schwartzwald. We rijden circa een uur door een aanschakeling van landbouw gebieden. In Saint-Vit had ik bij een bakkerij een koffiestop gepland maar deze was helaas gesloten. Een stuk verderop zie ik bij een rotonde toch een bakkerij en stuur resoluut de zijstraat in. De Brommers gaan op de standaard en de helm op de buddy. Binnen vinden we veel lekkernijen die we niet kunnen weerstaan, zeker na de twee stukjes brood waarmee je in de tafel kon krassen. Heerlijke cappuccino erbij, we worden er gewoon stil van.

Na een half uur is het weer tijd om te gaan. We nemen afscheid en kruipen weer op het zadel. Niet veel later komen we aan in Besancon. In Besancon is het heel druk en er wordt stevig aan de weg gewerkt. Heel even raken we elkaar uit het oog maar al vlug rijden we weer gezamelijk Besancon uit. We rijden nu op de route du Belfort, de route meandert aan oever van het riviertje "Le Doubs". Langzaam zien we ook weer heuvels en kleine bergen in het landschap. Rond het middag uur stoppen we bij restaurant "Le Relais". Dit is gelegen aan de stuw in "Le Doubs". We gaan naar binnen voor een bak koffie. Ook maken we van de gelegenheid gebruik om wat foto's te maken en natuurlijk een kruimelspoor in de vorm van onze sticker achter te laten.

Door het slechte weer van de afgelopen twee dagen heb ik nauwelijks gefilmd en slechts een paar foto's gemaakt. Dat wordt een gat in onze reportage. We maken ons gereed om weer te gaan rijden. Ik zit al op de motor terwijl ik kijk hoe Otto opstapt. Omdat we op een onverhard stukje stonden hadden we een plankje onder de standaard gelegd zodat deze niet in de grond verdwijnd. Ik had deze gepakt voor het opstappen, maar Otto probeert deze te pakken terwijl hij al op de motor zit, daarbij laat hij de motor de ander kant op leunen. Maar als de motor voorbij het kantelpunt gaat kan Otto hem slechts naar de grond begeleiden. Gerard zit nog niet op zijn fiets en schiet te hulp. Gelukkig niet meer schade dan een gedeukt ego, maar dat komt weer goed. Af en toe druppelt het nog een beetje maar we hebben het gevoel dat we geluk hebben. We laten "Le Doubs" achter ons en buigen af naar het noorden, naar de Vogezen. Na een dik uur komen we in Fabourg, hier tanken we de brommers weer en in het Restaurant van de Intermarche zijn we de enige klant en worden door de dames verwent met speciaal voor ons gemaakte brood met beleg.

Dan is toch echt tijd om de Vogezen in te rijden. Naar mate we stijgen, wordt het ook mistiger. En het duurt niet lang of we rijden door de dichte mist over de mooiste plekken in de Vogezen, knack. Door de mist passen we onze snelheid aan. Tot mijn verbazing doen de wielrenners dat niet. Die blijven gewoon drie breed zonder verlichting de berg omhoog trappen. Ik vind onze actie al dapper maar dat van de wielrenners grenst aan zelfmoord. Boven op de Grand Ballon stoppen we even voor een paar foto's erg jammer dit.

Op een sukkeldrafje tuffen we in de dichte mist verder, wanneer we weer dalen wordt het zicht weer goed. Rond 18:00 uur arriveren we in de auberge de la Grange in Plainfang. De kamers zijn vrij oud en karig gemeubileerd, maar het is er schoon. We bergen onze spulletjes op en nemen een douche. Schoon en fris lopen de herberg binnen voor het diner. Er is een ruime keuze in traditionele maaltijden, koffie na en nog een slaapmutjes voor we naar bed gaan. Maar eerst natuurlijk het foto en film materiaal van Otto en mijzelf veiligstellen op de laptop en een externe hardeschijf.

De wekker komt met luid gepiep tot leven. Het duurt even voor dat het tot mij doordringt dat het geluid wat ik hoor van de wekker is. Ik zet hem uit en kom moeizaam overeind. Ik ga eerst maar even douchen om mijn lichaam te helpen met de koudstart. Het helpt en ja als het lichaam wakker is moet er brandstof in. Otto is inmiddels ook zover en samen gaan we op zoek naar ontbijt. Het ontbijt is helaas weer de gebruikelijke stukjes baguette met jam, gelukkig hebben ze wel koffie. Echt slecht! We hebben dan ook niet lang nodig en maken ons gereed voor sprong. Bij de motoren maken we nog een groepsselfie. Niet echt natuurlijk omdat we het toestel om automatisch zetten.

We pakken eerst een flink stuk snelweg van de 500km die we vandaag te gaan hebben. Doordat we gisteren van de route zijn afgeweken moet ik vandaag de route wat aanpassen. Het regent onderweg dus we doen voorzichtig. Eenmaal van de snelweg stoppen we om te tanken, dat hadden we gisteravond niet meer gedaan.

Na dat we getankt hebben rijden we weer verder. Het tankstation is een kleine pompstation in een agrarisch gebied er zijn verder geen faciliteiten en we hebben immers een grote afstand te overbruggen vandaag. Via een glooiend landschap komen we in Espalion een leuk stadje en we hebben trek in koffie.  We stoppen bij een restaurant met een toepasselijke naam "La tour" dat moet goed komen. Echter de uitbater is niet zo meegaand. Hij wil niet dat we gaan zitten waar we zicht op onze beladen motoren. Resultaat is dat we na een vlugge bak koffie en de sanitaire stop weer vertrekken.

 

We volgen het glooiende landschap in noord-noord-oostelijke richting met als volgende halte Saint Flour. Hier arriveren we keurig rond 11:30 uur. Hier besluit Jeroen dat hij toch maar zijn voorband moet laten vervangen. Volgens zijn dealer kon hij gemakkelijk de motortoertocht doen met zijn huidige band maar ik en zeker ook Gerard hadden een andere mening. Nu blijkt de slijtlaag grotendeels verdwenen en doorrijden is niet meer verantwoord. Jeroen heeft echt mazzel want een motorzaak is vlakbij en die heeft zijn band ook nog op voorraad. Maar echt op zijn frans gaat de eigenaar eerst lunchen. Dus gaan wij dat maar ook doen. Na de lunch duurt het toch nog een uur of zo voordat Jeroen terug is met vers rubber. We duiken de snelweg op tot Issoire. Hier duiken we weer binnendoor tot de historische stad Vichy. Hier komen we rond 18:00 uur en het is heel druk. Bij station parkeren we de brommers even om aan de overkant van de weg een bak koffie te doen. Vlug een bakje en door want we moeten nog een flink stuk rijden. Na Vichy rijden we de N70 op dat schiet lekker op. Om 20:00 uur stop ik even op een parkeerplaats voor de benen te strekken, nicotine aanvulling en zodat Gerard even zijn lief op het afgesproken tijdstip kan bellen. Ik zelf heb mijn telefoon gekoppeld op de navi zodat ik onderweg even kan bellen. Aan het eind van de N70 rijden we parallel aan een riviertje, het schemert een beetje en het regent pijpenstelen. Jammer als het droog was geweest en wij wat vroeger dan was dit een leuk stukje geweest. Rond 22:00 uur rollen we dan Beaune binnen. Hongerig rijden we eerst naar ons stamrestaurant de Mc Donalds om weer brandstof tot ons te nemen. Na een lange koude en natte rit. Mentaal maak ik een aantekening dat ik dit niet meer zo plan. Deze afstand is veel te lang als je veel binnendoor gaat. Na de hamburger met frietjes gaan we naar het IBIS hotel, gelukkig hebben ze nog twee kamers en ik check ons in met de creditcard. Alvorens naar bed te gaan stel ik eerst onze foto's en filmpjes veilig. Daarna val ik onmiddellijk in slaap.

's Morgens wordt ik wakker van de wekker althans eigenlijk van de wekker functie van de telefoon. Toen ik mij in 1991 meer in computers ging verdiepen had ik nooit kunnen bedenken dat je later een telefoon hebt waar je ook mee kan foto's maken, navigeren, internetten, naar de radio luisteren en je kan wekken. Mijn buurmeisje roept zelfs dat haar hele sociale leven naar de knoppen gaat als ze een paar dagen geen telefoon heeft. Gelukkig lig ik met Otto op de kamer en daar kun je gewoon een leuk gesprek mee hebben zo maar, zonder telefoon. De douche is lekker warm, ik moet altijd een beetje rustig wakker worden en dit helpt. Na de douche ruimen we de spullen in onze tassen, maar mijn vest is nog steeds nat van gisteravond. We gaan met z'n allen naar beneden voor wederom eenvoudige Franse lunch, eigenlijk niets voor stoere mannen zoals ons, geen kaas of vlees. Wel koffie, gelukkig maar. De heftige regen van gisteravond is overgegaan in druilerige regen. Na het ontbijt halen we onze bagage op en lopen naar de parkeergarage waar de motoren staan. Het is prettig ze staan droog en na dat we de sloten eraf hebben gehaald, laad ik ook de bagage in de koffers. Het regenpak gaat vervolgens aan want we hebben een lange rit voor de boeg en volgens het weerbericht kregen we nog wat regen vandaag. We rijden weg uit de parkeergarage en al bij de eerste kruising gaat het mis. Ik rij rustig richting de kruising omdat ik niet zeker was welke kant we op moeten. Jeroen die achter me rijdt denkt echter dat ik optrek, hij geeft gas en kijkt naar rechts. Zo ziet hij dus niet dat ik slechts rol en rijdt hard tegen mijn rechter koffer, die daardoor gelanceerd wordt. Ik val naar links en rol pardoes de straat op. Hard kiiiaaiii roepen en afslaan denk ik maar. Ik sta op zet de motor uit en zet hem weer op de wielen. Rustig duw ik hem de stoep op, kan ik rustig kijken wat de schade is. Gelukkig valt het wel mee, krasjes op het spiegelhuis. Maar van de rechterkoffer is de vergrendeling stuk die koffer aan de motor vast zet. De ophanging is gelukkig heel. We hangen de koffer weer aan de motor en gaan met tierips gaan we aan de gang om te zorgen dat hij er niet af stuitert. Na de knutsel en het dalen van het adrenaline gaan we maar weer. De motor start gewoon alleen de koppeling voelt wat vreemd. Na een poosje reageert deze weer normaal, waarschijnlijk wat lucht in de hydrauliek van de koppeling. De ochtend gaat eigenlijk vlot voorbij, rond 11 uur komen we eigenlijk bij onze koffielocatie bij Mac Donalds in Mourenx. Ondanks het tijdstip gaan we naast koffie toch ook voor sandwich (dat stiekem gewoon een hamburger is). Waarschijnlijk komt dat door het Franse ontbijt, daarmee red je niet tot de lunch. Gelukkig is het droog en we blijven gewoon buiten.

Na wat foto's te hebben gemaakt vertrekken we weer. Slechts een kleine vijf minuten onderweg neem ik de verkeerde afslag op een rotonde. Vervolgens rijd ik het terrein van een autowasstraat op om te keren. Plotseling hoor ik hard getoeter achter me en ik stop om te kijken wat er is. Blijkt het Gerard te zijn die Jeroen laat stoppen om dat er stuk prikkeldraad tussen z'n remblokken zit. Gelukkig heeft Gerard zo'n scherpe blik, zonder schade kunnen we verder.  Omdat we al wat hadden gegeten in de Mac slaan we onze lunch locatie over, ook om wat tijd te winnen. Een stukje verder moeten we toch tanken. Wanneer we bij het tankstation aankomen is er slechts één oude pomp maar de prijs van de benzine is zeker niet van vroeger maar vreselijk duur. We kunnen nog wel een stuk dus hier gaan we niet tanken. In de Navi zoek ik een tankstation bij een supermarkt en we rijden daar naar toe. Slechts een vijftiental kilometers verder komen we bij de supermarkt. We tanken de brommers af en ik loop de supermarkt in om te kijken of we er koffie kunnen krijgen. En dat kan, maar slechts als poeder. Geen koffie dus. Het zit ons vandaag niet mee. Teleurgesteld rijden we weer verder. De volgende koffiestop die ik gepland kan ik niet vinden. Kennelijk is er het één en ander gewijzigd ten opzichte van de plaatjes op google earth. Omdat het druk is rijden we weer door. Uit eindelijk rond vijf uur zie ik een kleine pizzeria in de middle of nowhere op het terrein van houthandel. Het ziet er gesloten uit maar we stoppen toch om te vragen of we wat kunnen eten. De waard zegt dat alles nog uitstaat maar dat als we een beetje geduld hebben toch kunnen eten. Het risico dat we niets meer tegenkomen nemen we niet en we blijven zitten om te eten. Wie kiezen niet voor de pizza maar voor pannini en niet veel later liggen ze dampend voor ons. Bij ons verzoek voor koffie kijkt de waard wat vreemd op maar hij gaat het toch voor ons regelen. Het werd gewoon nog heel gezellig, moest ook wel want we zaten heel dicht bij elkaar. Na afscheid te hebben genomen rijden we verder want we moeten nog een stukje. Ondanks het regenachtige weer geniet ik weer van dit stukje. Het is glooiend en heeft mooie bochten. Ik zie bordjes met verwijzingen naar de Commanderij van de Tempeliers. Jammer dat het al zo laat is daar had ik graag willen kijken. Later dan gepland komen we in Monesterie aan. Hier hebben we wederom een teleurstelling te verwerken. De Herberg waar we willen overnachten is gesloten. Vette pech voor de kabouters. Op de navi zoeken we een formule 1 en we gaan weer verder. Het Hotel ligt in Albi maar blijkt geen Formule 1 te zijn maar door anderen overgenomen. We besluiten daar toch maar te blijven. De laatste teleurstelling blijkt wanneer we nog wat willen eten, het aanpalend restaurant blijkt net de keuken gesloten te hebben. Omdat we morgen een route van meer dan vijfhonderd kilometer voor de boeg hebben lopen we terug naar het hotel en gaan op tijd naar bed. Door het weer en de schrik van vanochtend heb ik dus ook geen foto's of film vandaag gemaakt.

Ik wordt wakker met een gemengd gevoel, enerzijds voel ik dat het weer een mooie dag wordt en anderzijds bekruipt mij een treurig gevoel dat dit de laatste dag in de Pyreneeën is. Ik ga er uit en kruip lekker onder de douche. Scheren slaan we over echte mannen scheren niet iedere dag. Samen met Otto loop ik naar beneden want we hebben om acht uur afgesproken voor het ontbijt. We zitten te wachten tot Gerard en Jeroen naar beneden komen. Als het wat lang duurt loop ik toch maar eens de ontbijtzaal in en daar zitten de heren net hun spek met eieren weg te werken. Blijkt een kleine communicatiestoornis te zijn over de ontmoetingsplek.  De ruis op lijn werd waarschijnlijk veroorzaakt door cerveza.  Het ontbijt is heerlijk, na het over het algemeen karige ontbijt in de Franse hotels een uitgebreid ontbijt. Na het ontbijt gaan we de motoren ophalen uit de garage en parkeren ze voor de deur.

Dat is gemakkelijk inladen. Ik haal mijn spulletjes van boven, ik vindt het echt jammer om weg te gaan. Ik had hier best een paar dagen willen vertoeven om de buurt te verkennen. Jammer maar helaas, ik voldoe de rekening met de creditcard en we vertrekken eerst naar het tankstation om de motoren vol te gooien. Vandaag staat er een flinke rit van 300 Km op het programma. Na het aftanken vertrekken we in noordelijke richting. Al na een kleine drie kwartier rijden we weer in de bergen, Col du Somport kondigt zich aan. De weg slingert over de Spaans –Franse grens en is op zijn hoogste punt 1632 meter. Er ligt nog aardig wat sneeuw, weer een mooi uitzicht. We passeren de grens en rijden Frankrijk weer in. De route voert ons weer het dal in naar het andere einde van de tunnel die we gemeden hebben door over de pas te rijden.  We volgen de N134 tot de afslag naar de D241. Een smalle weg die ons over twee kleinere passen moet voeren. De weg stelt mij teleur, hij is smal er ligt veel grind, waarschijnlijk gebruikt om te strooien voor de sneeuw. De weg voert ons zelfs gewoon over een boeren erf waar ik even moet wachten tot de boer zijn honden bij zich heeft geroepen. De honden maken klaarblijkelijk niet vaak mee dat er een groep motorrijders over hun territorium rijdt. Voor de koffie stoppen we bij een herberg in Lamothe. We lopen naar binnen wat niet anders kan worden beschreven als een keuken van een boerderij uit de vijftiger jaren.

Geen idee of we hier koffie kunnen krijgen. We lopen binnen op zoek naar de waard, als Jeroen de stoute schoenen aantrekt en gewoon de keuken in loopt treffen we een dame op leeftijd aan . We vragen om koffie en dat is geen probleem. We schuiven en tafel en veel sneller dan ik verwacht had krijgen we koffie, of was het teer? Kennelijk stond dit potje al een poosje te pruttelen en gelukkig waren het maar kleine kopjes. Ik kiep het in twee slokken achterover. Even later schuift ook Otto aan die nog buiten foto’s aan het maken was. We scheppen op over de koffie, zo’n lekker bakje heb je in jaren niet gehad. Echt een klein smaak kunstwerkje. We proesten van het lachen als zelfs Otto geen tweede bakkie meer hoeft. We betalen de koffie en vertrekken weer, maar niet voor we gevraagd hebben of we een Hornets-sticker op de deur mogen plakken. Graag zelfs, want ze laat ons ook heel trots een sticker van de HD chapter zien. De cafeïne heeft gelijk een uitwerking op Otto’s darmen hij holt ook nog even naar het toilet aan de overkant van de weg.

We gaan weer op pad naar de Spaanse grens. De weg naar de grens is een schitterende weg die wederom over een pas voert, Col de la Piere Saint Martin. Ik denk de mooiste pas die ik tot nu toe heb gereden. Ondertussen is het ruim na het lunch uur, maar het duurt nog een twintig minuten voor we daar zijn. Gelukkig is de weg beter dan in Frankrijk. De herberg die ik op google earth had uitgezocht voor de lunch is helaas gesloten. Op advies van vriendelijk Spanjool rijden we een stukje verder. Maar dat ziet er ook erg gesloten uit. Maar als ik aan de deur voel is deze toch open. Ik vraag binnen of we kunnen lunchen en gelukkig kan dat ook. Het bestellen is ook een verhaal apart. Hoewel ik twee jaar Spaanse les heb gehad kon ik er geen touw aan vast knopen behalve de hoofd ingrediënten. Maar goed een soepje en een stuk koe gaan er altijd wel in. Omdat het klokje door tikt en we om drie uur pas op de helft zijn stappen we vlug weer op. We volgen de weg door het dal. De route gaat over de bergpas Port de Larrau. Maar wederom pech voor de kabouters, de pas is gesloten.  We kijken op de kaart en er is een ander weg mogelijk. We blijven in Spanje en we volgen de Na-140 tot het eind. Wat een verschrikkelijk mooie weg, veel bochten en een strak schoon wegdek met weinig verkeer. Zo schiet het lekker op en kunnen we meters maken. Aan het eind draaien we de N135 op richting de Franse grens. In een dorpje nog in Spanje stoppen we voor koffie. Het is lekker weer en we gaan op het terras zitten. We beseffen dat we rijkelijk laat zijn als we de standaard weer opklappen. In de grensplaats Arneguy tanken we nog aan de Spaanse kant van de grens omdat de brandstof daar toch goedkoper is. In een winkeltje zoeken we nog een badge van de Pyreneeën voordat we die verlaten maar kunnen er geen vinden. Jeroen vraagt voor de zekerheid even maar de verkoper antwoord dat hij die inderdaad niet heeft. Vervolgens bedankt Jeroen hem netjes met het woord “merci” maar dat was helemaal fout volgens de verkoper want hij was tenslotte in Spanje en daar zeg je “gracias” en dat terwijl we letterlijk over de grens konden spugen. Ligt kennelijk toch wel gevoelig. We rijden over de rotonde Frankrijk weer in. We rijden de route weer op en vervolgen deze weer. Na een poosje rijden we tot mijn verbazing weer Spanje in. Dat had ik dus vergeten dat er nog een klein hoekje Spanje inzet. Langzaam zie je de omgeving veranderen in een duinlandschap. Maar toch gaan we nog een stukje omhoog als we voor de laatste maal Frankrijk in rijden.

We stoppen voor een paar foto’s en laten weer een kruimelspoor sticker achter. Het begint te betrekken wanneer we Saint Jean de Luz binnenrijden. Zonder problemen komen we bij het hotel aan en gelukkig zijn er nog kamers voor ons vrij. Dit keer gewoon in IBIS hotel. We spreken af om half negen de stad in te lopen voor een hapje te eten. Dit blijkt toch we een stuk lopen te zijn. Maar we vinden een leuk restaurant waar we een steak van de kaart bestellen en het geheel met een biertje wegspoelen. Op het moment dat we willen vertrekken barst er een bui los. We wachten nog even maar als het wat minder wordt gaan we toch lopen. De afstand naar het hotel en hoeveelheid regen zijn toch voldoende om mijn vest doorweekt te laten zijn. Ik hoop maar dat dat droogt vannacht. We spreken af vroeg te ontbijten want morgen moeten we weer  vierhonderd kilometer rijden. 

Vandaag begint een spannende dag de Col du Tourmalet staat op het programma, bekend van de Tour de France. Na de sanitaire plichtplegingen gaan we naar de garage waar onze motoren geduldig op ons staan te wachten. Nadat Gerard ze ontdaan heeft van het slot, gaan de spullen weer in de koffers. Ik ben blij dat ik binnentassen voor in de koffers heb. Gewoon de tas erin en klaar. Gisteravond hebben we afgesproken dat we eerst gaan tanken en daarna ontbijten. Aan de rand van het dorp is een pomp, daar is ook alles mee gezegd. Het is gewoon één enkele pomp. Maar goed hij doet het en een dame al wat op leeftijd neemt het geld in ontvangst. Gewoon grappig dat dat nog bestaat. We rijden terug het dorp in en stoppen bij een kroegje voor ontbijt. Binnen informeren we naar de mogelijkheden maar de waard zegt dat hij nog slechts twee broodjes heeft. Hij stelt voor dat we even naar de bakker om de hoek lopen terwijl hij de koffie voor ons maakt. Dat lijkt ons een goed plan, Jeroen en ik lopen naar de bakker en halen heerlijk belegde verse broodjes. Op het terras van de kroeg laten we het ons goed smaken, ik heb er een heerlijke kop cappuccino bij. Na het ontbijt gaan we weer op pad, hopende dat de passen geopend zijn. Nog niet zo lang onderweg gaat het al behoorlijk omhoog, we stoppen voor een fotomomentje want we zien flarden bewolking onder ons in het dal

 

 

Na een half uur vertrekken we weer, ondertussen heb ik trek in koffie en ga onderweg hard op zoek naar een plek waar we dit kunnen drinken. Halverwege de afdaling zie ik in het dal al een plek waar we koffie kunnen drinken. We zitten aan een picknicktafel, dat is tijdens onze toertochten een wederkerend stuk meubilair. We laten ons de koffie goed smaken, en natuurlijk maak ik even gebruik van de openbare sanitaire voorziening.

Vervolgens gaat het naar de Col du Tourmalet. Het ziet er goed uit als we naar boven rijden. Maar wat wacht ons een teleurstelling. In La Mongie is de weg versperd door een hekwerk met een bord met de vreselijke term “Route Fermé”. Vette pech voor de kabouters. Samen met Otto en Gerard bestudeer ik de kaart om zien hoe we kunnen omrijden. Het blijkt dat we naar Lourdes moeten rijden om deze berg te ronden.  We beseffen dat we weer wat “grijze kilometers” moeten maken dus we keren de dames en rijden zoals we gekomen zijn. Het navigatiesysteem wil ons aan de rand van Lourdes laten rijden. Maar het is tijd om te lunchen en ik leidt de Hornets het centrum in. Een pizzeria pal aan een grote parkeerplaats lijkt ons wel wat. We zetten de motoren in het zicht en nemen plaats op het terras

Na de lunch gaan we op pad naar de Col de Aubisque. Maar als we richting de D13 gaan staat daar weer het bord dat de route afgesloten is – zucht -. We bestuderen de kaart en zien dat om meer westelijk te gaan we weer naar Lourdes moeten en dan westelijk draaien. Zo gezegd zo gedaan. We rijden terug naar Lourdes maar in het verkeer raken Otto en mijzelf gescheiden van Gerard en Jeroen. We wachten eerst in Lourdes zelf en na een poosje gaan we toch maar eens bellen. Blijkt dat Gerard en Jeroen staan te wachten op de parkeerplaats waar we geluncht hebben. We spreken een ontmoetingsplaats af net buiten Lourdes en gaan weer op pad. Otto en ik arriveren daar als eerste en wachten even op de maten. Dan zetten we onze weg voort richting Jaca. Net ver van de Spaanse grens stoppen we even bij een supermarkt. Ik heb dorst en we willen nog ff wat bier voor vanavond kopen. Ook hier laten we weer een kruimeltje achter en rijden vlug verder. We gaan weer de bergen in. En al vlug zien we weer besneeuwde bergtoppen. We stoppen weer voor een foto momentje

We gaan vlug weer op pad voor de laatste stint. Het is niet meer ver naar Jaca en ik ben razend benieuwd. Jaca is een provincie stadje en zag er tijdens het maken ven de route erg gezellig uit. De weg wordt aan de Spaanse kant zo glad als een biljartlaken en een stuk breder. Het gas kan erop en we rijden de maximum toegestane snelheid. Rond 20:00 uur komen we aan in Jaca. We hadden niet gereserveerd naar gelukkig was er plaats in het hotel. Het hotel is leuk en ademt een echte Spaanse sfeer. Er is veel hout gebruikt. We mogen de motoren in de parkeergarage zetten nadat we de bagage op de kamers hebben gezet. Terug op de kamer neem ik vlug een douche en kleed me om in korte broek en T-shirt. Dit terwijl het thuis nog behoorlijk koud is. We lopen gezamenlijk de stad in om wat te eten. We zijn opzoek naar tapas maar komen uit bij hamburgers. Op de kamer drinken we nog een biertje en maken afspraken over het ontbijt.

Deze website maakt gebruik van cookies enkel om de website goed te laten functioneren, er wordt geen persoonlijke data vastgelegd.
Ok